Verloning aandeelhouders
Wat zijn dividenden?
Aandeelhouders worden vergoed met dividenden. De aandeelhouder krijgt namelijk aandelen voor de inbreng die hij doet. Met deze aandelen krijgt de aandeelhouder het recht om vergoed te worden met dividenden.
Een dividend is eigenlijk een gedeelte van de (opgebouwde) winsten en reserves die aan de aandeelhouders uitgekeerd kunnen worden. Zo worden aandeelhouders vergoed voor het 'risico' dat zij nemen door een inbreng te doen in een vennootschap.
Dividendenpolitiek
Het is eventueel aan te raden om een dividendenbeleid op te zetten, zodat er een transparante communicatie ontstaat ten opzichte van de deelnemende aandeelhouders. Aandeelhouders verwachten namelijk een bepaald rendement voor het bedrag dat ze inbrengen in de vennootschap.
Soorten dividenden & timing
'Gewone' dividenden
In een normaal scenario wordt er tijdens de jaarlijkse algemene vergadering bij de bespreking van de eindejaarcijfers bepaald of er al dan niet een dividend zal uitgekeerd worden.
Tussentijdse dividenden
Dit is een dividend op elk andere ogenblik buiten de jaarlijkse algemene vergadering waar de bestemming van het resultaat bepaald wordt.
In principe kan men dus doorheen het jaar op eender welk ogenblik via een bijzondere algemene vergadering overgaan tot een dividenduitkering. Dit op basis van de reeds beschikbare reserves en winsten zoals weergegeven op de laatste neergelegde jaarrekening.
Interimdividenden
Een interimdividend is mogelijk in een NV, BV en CV wanneer dit expliciet in de statuten is toegestaan. Een interimdividend is een uitkering uit de winst van het lopend boekjaar.
Hieronder een klein overzicht van de soorten dividenden en de bevoegde organen:
Gewoone dividend
Algemene vergadering
Tussentijds dividend
Bijzondere algemene vergadering
Interimdividend
Bestuursorgaan
Roerende voorheffing
Op de dividenden moet er ook nog roerende voorheffing ingehouden worden. Het nettodividend dat je ontvangt is dus het brutodividend na inhouding van de roerende voorheffing.
Tarieven
Het standaardtarief is 30%. Dit tarief wordt onder bepaalde voorwaarden verlaagd naar 20%, of zelfs gehalveerd tot 15% (zie VVPR-bis dividenden).
Bij dividenduitkeringen aan vennootschap-aandeelhouders of vennoten, kan de roerende voorheffing zelfs volledig vrijgesteld worden (zie #definitief-belaste-inkomsten-dbi)
Vrijstelling dividenden via de aangifte personenbelasting
Als natuurlijke persoon aandeelhouder, kan je voor een bedrag van 800 euro aan dividenden, jaarlijks de ingehouden roerende voorheffing laten vrijstellen via de aangifte personenbelasting. Dit komt neer op een vrijstelling van 240 euro op basis van het maximumtarief van 30%.
Balanstest (nettoactieftest) & liquiditeitstest
Een dividend mag niet zomaar uitgekeerd worden. Er moet namelijk eerst nagegaan worden of de vennootschap al dan niet een dividend mag uitkeren. Dit gebeurt via de balanstest en liquiditeitstest.
Dividenden fiscaal
In de meeste gevallen moet er bij een dividenduitkering roerende voorheffing ingehouden worden.
'Gewone' dividenden
Bij een gewoon dividend is het standaardtarief van 30% van toepassing. Dit wordt door de uitkerende vennootschap ingehouden op de brutodividenden, waardoor de aandeelhouder een nettodividend ontvangt.
De roerende voorheffing moet aangegeven en betaald worden binnen de 15 dagen na de toekenning of betaalbaarstelling van de dividenden.
VVPR-bis dividenden
Kleine vennootschappen kunnen genieten van een verlaagd tarief onder bepaalde voorwaarden. Het moet namelijk gaan om:
Nieuwe aandelen die ononderbroken in volle eigendom gehouden worden
die uitgegeven worden naar aanleiding van een inbreng in geld (oprichting of kapitaalverhoging)
vanaf 01/07/2013.
De volgende tarieven zijn van toepassing:
30% - Dividenden toegekend in het jaar van oprichting of van een kapitaalverhoging en het boekjaar erna
20% - Dividenden toegekend in het tweede boekjaar na het jaar van oprichting of van een kapitaalverhoging
15% - Dividenden toegekend vanaf het derde jaar na het jaar van oprichting of van een kapitaalverhoging
Boekjaar van inbreng of kapitaalverhoging
30%
Boekjaar 1 na inbreng of kapitaalverhoging
30%
Boekjaar 2 na inbreng of kapitaalverhoging
20%
Boekjaar 3 en volgende na inbreng of kapitaalverhoging
15%
Liquidatiereserves (VVPR-ter)
Kleine vennootschappen kunnen ook liquidatiereserves aanleggen. Dit kan interessant zijn wanneer een definitieve stopzetting op korte termijn in zicht is.
In het jaar waarin de liquidatiereserve wordt aangelegd, wordt er een anticipatieve heffing van 10% ingehouden en betaald.
Na de aanleg van de liquidatiereserve moet je vijf jaar wachten om te kunnen genieten van het tarief van 5% roerende voorheffing. Respecteer je deze wachttermijn niet, dan moet er 20% roerende voorheffing ingehouden worden. Bij een definitieve ontbinding en vereffening van de vennootschap is het tarief 0%.
De volgende tarieven zijn dus van toepassing bij een uitkering van een liquidatiereserve:
Boekjaar aanleg liquidatiereserve (datum afsluiting)
10% anticipatieve heffing
1ste jaar na aanleg liquidatiereserve
20%
2de jaar na aanleg liquidatiereserve
20%
3de jaar na aanleg liquidatiereserve
20%
4de jaar na aanleg liquidatiereserve
20%
5de jaar na aanleg liquidatiereserve
20%
Vanaf het 6de jaar
5%
Bij definitieve ontbinding & vereffening
0%
Let op voor fiscaal misbruik! Het ontbinden en vereffenen van een vennootschap om te kunnen genieten van het 0%-tarief om daarna opnieuw een vennootschap op te richten met gelijkaardige activiteiten kan door de fiscus beschouwd worden als fiscaal misbruik.
Vrijstelling roerende voorheffing moeder-dochtervennootschapen
Ontvang je als moedervennootschap een dividend uit een dochtervennootschap, dan kan de dividenduitkering onder bepaalde voorwaarden vrijgesteld worden van roerende voorheffing:
De moedervennootschap bezit minstens 10% van de aandelen in de dochtervennootschap
De aandelen zijn minimum 1 jaar ononderbroken in bezit van de moedervennootschap
Er bestaan ook andere (internationale) vrijstellingen die zich o.a. baseren op dubbelbelastingverdragen (DBV).
DBI-aftrek - Het vermijden van dubbele taxatie
Om te vermijden dat de uitgekeerde winsten nog eens belast worden als inkomen in de ontvangende vennootschap, voorziet het dbi-stelsel hier een oplossing voor. De voorwaarden zijn:
Je bezit minstens 10% van de aandelen in de vennootschap of je participatiebedrag is minstens 2.500.000 euro
Je bezit de aandelen in volle eigendom gedurende minstens 12 maanden (ononderbroken)
De uitkerende vennootschap bevindt zich niet in een belastingparadijs
Positieve R/C (credit rekening courant)
Intresten op credit R/C
Wanneer je geld aan de vennootschap uitleent, kan er hiervoor een creditintrest aangerekend worden. Deze creditintresten kunnen onder bepaalde voorwaarden als aftrekbare kost opgenomen worden in de vennootschap. Voor de bedrijfsleider of aandeelhouder is de intrest een roerend inkomen.
De voorwaarden om de intrest als kost af te trekken zijn:
Het intrestpercentage mag niet de marktrente overschrijden. De intrest wordt berekend op basis van de MFI-rentevoet + 2,5%.
Het uitgeleend bedrag mag niet hoger zijn dan de som van de beschikbare reserves bij het begin van het boekjaar en het gestort kapitaal of de inbreng op het einde van het boekjaar.
Het overschreden gedeelte zal als geherkwalificeerd worden naar een (niet aftrekbaar) dividend.
Tabel intrestvoeren credit R/C
2023
5,70%
2024
8,02%
2025
7,08%
Aangifte & betaling roerende voorheffing
Op de intresten moet wel nog een roerende voorheffing van 30% ingehouden worden.
De indiening van de aangifte en de betaling de roerende voorheffing moeten binnen de 15 dagen na de toekenning of de betaalbaarstelling gebeuren.
Laatst bijgewerkt